De afgelopen twee dagen heb ik ‘s avonds een partij geschaakt met Menno. Ondanks dat wij beiden niet echt topspelers zijn, we weten hoe de stukken lopen en dan ben je er wel, levert dat wel aardige spelen op.

Het is een spel waarin we redelijk gewaardig zijn, ik won de eerste en wist uit de tweede partij een remise te slepen, na twee keer bijna mat te hebben gestaan. Al zullen echte schakers zich rot lachen om ons knullige spel, wij vinden het leuk. En dat is nog belangrijker dan het vertoonde spel.

Wat mij wel opvalt is dat ik vaak, als ik een zet heb gedaan en Menno aan zet is, bedenk dat de gedane zet niet de meest gunstige was en een andere zet beter was geweest. Maar ook voor schaken geldt: “Oefening baart kunst”. Dus wie weet, wordt ons beider spel er echt beter van. De tijd zal het leren.

Vooralsnog is gewoon een mooi vader-zoon-moment om af en toe de dag mee af te sluiten.